Honing oogsten uit de eigen moestuin
Vorige week vrijdag was het zover: we hebben voor het eerst honing geoogst van de bijen die hier op de moestuin staan. Wat was het leuk én super leerzaam! In deze blog vertel ik je meer over het proces van het oogsten, en maak je meteen kennis met onze imker Harry.
Over de bijen
Op dit moment hebben we vier bijenkasten in de tuin staan. Eén volk staat er sinds augustus 2024, twee zijn er in maart 2025 bijgekomen, en in mei 2025 ving Harry een zwermvolkje. Elk volk heeft een naam: Annet, Judith, Natalie en Floris. Allemaal met een knipoog of betekenis, en super handig om te weten over welk volk we het hebben als we er samen over praten.
En met “samen” bedoel ik Harry, onze imker. Bas en ik hebben geen opleiding gevolgd en kwamen er al snel achter dat bijen houden écht een vak apart is. Toevallig kwamen we met Harry in contact; hij zocht nog een plek om zijn bijenkasten te plaatsen. Na een fijne kennismaking hebben we gezegd: “Zet ze hier maar neer, we zien wel hoe het loopt.” En het loopt goed! We leren ontzettend veel van Harry en zijn hem daar erg dankbaar voor.

De bijenvolken
Volk Annet telt inmiddels zo’n 30.000 bijen. Dit volk heeft twee lagen broedramen met daarboven twee lagen honingramen (ongeveer 1 kilo honing per raam, 10 ramen per laag – dus in totaal 20 kilo aan honing!). Judith en Natalie zijn kleiner, met elk ongeveer 15.000 bijen. Logischerwijs produceren zij ook minder honing.
Floris is een zwermvolk en heeft momenteel nog geen koningin. Harry houdt dit goed in de gaten; hopelijk wordt er binnenkort een nieuwe aangemaakt.
Een zwermvolk ontstaat wanneer een groep honingbijen zich afsplitst van een bestaand volk om een nieuwe kolonie te vormen – de natuurlijke manier van voortplanten. In Nederland kunnen honing bijenzwermen in het wild vaak niet overleven, omdat de omgeving niet geschikt genoeg is. Daarom worden ze opgevangen door imkers. Floris is zo’n opgevangen zwerm.
Harry is wekelijks ongeveer een uur per kast kwijt aan inspectie. Aangezien Floris extra aandacht nodig heeft maar nog klein is, is hij gemiddeld 2 tot 2,5 uur per week met de bijen bezig. Je wordt er dus niet rijk van wat men constant roept – integendeel – maar Harry doet het vol passie. Niet voor de honing, maar voor de bijen. En ik denk dat dat voor elke hobby-imker geldt: de honing is een mooie bijkomstigheid. 😉
Honing oogsten
Voor ons (en ook voor Harry) was dit de eerste keer dat we écht zelf gingen oogsten. Hij leerde het tijdens zijn imkercursus, maar had het nog nooit alleen gedaan. We namen er dus alle tijd voor.
Stap 1: Honingramen verzamelen
We haalden de honingramen uit de bijenkasten. De broedramen zitten onderin, daarboven liggen de honingramen. Harry schudde de bijen voorzichtig van elk raam, waarna ik ze in een kruiwagen legde. Om te voorkomen dat de bijen ons zouden volgen naar het tuinhuis, dekten we de ramen af met doeken en dat ging op zekere hoogte goed, tot de bijen het door hadden na een uur, toen vlogen er heel veel bijen rond het tuinhuis heen.
Stap 2: Ontzegelen
Met een speciaal kammetje verwijderden we het witte waslaagje dat de bijen over de honingraten leggen zodra deze gevuld zijn. Deze was wordt niet weggegooid, maar apart bewaard voor bijvoorbeeld cosmetica – en is zelfs al naar een afnemer gegaan. Een flinke klus: we hadden 30 ramen, met aan beide zijden zegelwas. Dus: 60 kanten ontzegelen, met de hand.
Stap 3: Slingeren
De ontzegelde ramen gingen in de honingslinger, een centrifuge waarin drie ramen tegelijk passen. Door handmatig te slingeren komt de honing uit de raten. Niet te hard draaien, want dan kunnen de raten breken – en ja, dat gebeurde mij dus één keer. Weer wat geleerd!
De honing stroomt naar de bodem van de slinger, waar een kraantje zit. We tapten het in een emmer met twee zeven: een grove voor stukjes was, en een fijne voor vuil.
Stap 4: Klaren
De honing werd daarna 12 tot 24 uur afgedekt met een folie in de emmers. Zo stijgen luchtbelletjes en eventuele restjes naar boven. De volgende dag haalden we voorzichtig het bovenste laagje weg wat zich verzameld had aan de oppervlakte onder de folie, zodat er alleen nog heldere, schone honing overbleef.
Stap 5: Bottelen
Onderaan de emmer zit nog een speciale aftapkraan. Hiermee vulden we potjes van 250 ml en 450 ml. Superprecies en netjes, sticker erop – een heerlijk eindresultaat.












Verkoop van de honing
Nog voordat we geoogst hadden, kregen we al de vraag: “Kunnen we een potje kopen?” Veel potten zijn dus al verkocht. Met name voor mensen uit de buurt met hooikoorts. De rest wat we over hebben verkopen we op markten. We staan op:
- 14 juni: Plantenfestijn, Bloemenpark Appeltern
- 28 juni: Summer Market bij May & June
Kennismaken met de imker Harry
Hi Harry, kun je wat meer over jezelf vertellen?
Ik ben Harry Frauenfelder, 56 jaar, en heb in 2024 met succes de basiscursus imkeren afgerond via de Nederlandse Bijenhoudersvereniging.
Mijn fascinatie voor bijen gaat al ver terug. Als kind wees mijn vader al naar bijtjes in de tuin en zei: “Kijk, dat is een echte honingbij – zie je hoe ze in de bloemen kruipen?” Dat moment is me altijd bijgebleven.
Rond mijn twintigste zag ik ineens een zwerm in de heg bij mijn ouders. Ik stond er gefascineerd naar te turen, maar wist toen nog niet wat ik ermee aan moest. De zwerm vertrok vanzelf weer, maar de indruk bleef.
Jaren later kroop er opnieuw een zwerm bij mijn ouders in het dak van de aanbouw. Ik pakte een trap en ging kijken naar de bijen die in en uit vlogen. Binnen luisterde ik naar het gezoem boven mijn hoofd. Dat moment – het geluid, de beweging – is me altijd bijgebleven. Sindsdien geniet ik ervan als ik bijen hoor zoemen in de natuur. Het geeft me rust en verwondering.
Op een gegeven moment dacht ik: als ik er zó blij van word, waarom zou ik dan zelf geen bijen houden? Ik dook erin, las me in, en ontdekte al snel dat bijenhouden geen hobby is die je ‘even’ oppakt. Daarom heb ik me ingeschreven voor de cursus in Boskoop.
Tijdens de cursus raakte ik steeds meer betrokken en enthousiast. Inmiddels heb ik mijn eigen bijenvolken en ben ik er helemaal in opgegaan. En de honing? Tja… dat is een leuke bijzaak 😉.
