
Het is zover: ik kan jullie inmiddels een update geven over de groenbemesters die we vorig jaar augustus hebben laten inzaaien met een machine op twee derde van het perceel. We hadden besloten om het project in delen op te splitsen. Dat betekende ook dat er een oplossing moest komen voor een kaal stuk grond van 1.250 m². Dit wil je niet onbedekt laten liggen, want dat levert niets op. De bodem wordt er niet beter van, hij droogt uit en er ontstaat geen enkele verbetering of bijdrage aan de biodiversiteit.
Daarom hebben we ervoor gekozen om dit gedeelte in te zaaien met groenbemesters. Deze planten verbeteren de bodem en helpen het onkruid onderdrukken, zodat wij daar geen extra werk aan hadden. Ik wil graag uitleggen hoe dit verlopen is, waar we nu tegenaan lopen en vooral wat mijn worsteling is – een keuze waar ik eigenlijk niet onderuit kan.
Hoe het begon
In augustus 2024 hebben we 1.250 m² ingezaaid met een mix van groenbemesters. Daarin zaten onder andere gele mosterd, phacelia, klaver, boekweit en niger. Dit heeft echt fantastisch gewerkt. Vanaf augustus 2024 tot februari 2025 hoefden we niets meer aan de bodem te doen. Alleen de eerste twee weken na het zaaien hebben we water gegeven. Zodra de planten waren ontkiemd, konden we het watergeven stoppen en hebben ze het verder zelf opgepakt.
In december 2024 is een groot deel afgestorven. Dat was ook precies het idee: de afgestorven planten vormen organisch materiaal dat je toevoegt aan de bodem. Super, want ons doel is de bodem verbeteren, zodat we later weer een deel als moestuin kunnen gebruiken.
Na februari kwamen er toch weer planten op, zoals gele mosterd, phacelia, inkarnaatklaver en witte klaver. Geweldig! Ik heb ervoor gekozen om deze in bloei te laten komen en daar heb ik geen moment spijt van gehad. Bijen, hommels en vogels hebben in het vroege voorjaar – toen het al zo warm was – volop van deze bloemen kunnen profiteren.
Lees hier de blog van vorig jaar.
Foto 1: net na het inzaaien
Foto 2: groenbemester zaden
Foto 3: maand december 24
Foto 4: maand juni 25




Nadeel in mijn ogen
Het nadeel was dat er ook flink wat kale plekken ontstonden. Ik dacht dat dit vanzelf wel goed zou komen, mede omdat mijn focus op andere dingen lag. Inmiddels is het juli 2025 en zijn alle groenbemesters uitgebloeid en in zaad geschoten. Ze beginnen nu af te sterven. Op veel plekken heeft vooral perzikkruid het overgenomen. Dat klinkt misschien gezellig, maar het is een onkruidsoort die het hele perceel in korte tijd overwoekert.
We willen graag bloemen terug voor de bijen
Naast de ingezaaide 1.250 m² hebben we sinds april 2025 een extra stuk van 800 m². Dit lag lange tijd kaal en inmiddels staat ongeveer 550 m² vol met onkruid. Ook hier moeten we iets mee doen. Een deel van het onkruid willen we laten staan, maar niet alles. We willen de bodem verbeteren en juist meer bloemen terugbrengen voor bijen en andere insecten.
We wisten natuurlijk dat groenbemesters zaaien ook betekent dat je daarna maatregelen moet nemen. We hebben verschillende opties overwogen: maaien met bosmaaiers en het maaisel op de grond laten liggen om af te sterven, of alles met de hand uittrekken en daarna opnieuw inzaaien zodra de grond kaal is.
Het liefst willen we opnieuw inzaaien met een bloemenmengsel en groenbemesters, zodat dit ook komend seizoen zorgt voor bescherming van de bodem en schuilplaatsen voor insecten en vogels. Als we het maaisel laten liggen, zullen zaden die we daarna inzaaien niet goed ontkiemen. De bodem moet dus vrij zijn – volledig kaal.
Bovendien leiden beide technieken (maaien of uittrekken) opnieuw tot kale plekken, die snel weer door onkruid worden ingenomen. Dat is ook het mooie van de natuur: ze wil de bodem beschermen en meteen ‘afdichten’. Onkruid is zo’n natuurlijke afdichting.

Mijn worsteling
Wat we nu merken, is dat het perceel helemaal vol zit met leven: vogels, krekels, lieveheersbeestjes, bijen. Dat is geweldig om te zien en het doet echt pijn om op dit punt te moeten beslissen wat we ermee gaan doen. Daar zit mijn worsteling, die ik steeds vooruit heb geschoven. Maar nu kunnen we er niet meer omheen.
De planten die er staan, dragen enorm bij aan de biodiversiteit – wat ook een belangrijk doel van ons is. Het voelt dan ook zo krom om alles om te maaien. Maar als we het laten zoals het is, zal het onkruid het volledig overnemen en kunnen we het perceel niet meer gebruiken voor wat we graag willen bereiken.
Beslissing
Daarom hebben we besloten om een deel van de planten – zowel de groenbemesters als het onkruid – te laten maaien met een machine en het maaisel oppervlakkig in de bodem te verwerken. Zo voegen we organisch materiaal toe, wat de bodem verbetert (het oorspronkelijke doel) en het bodemleven weer blij maakt, dus zo zijn we ook weer goed bezig voor de beestjes.
Direct daarna laten we opnieuw inzaaien met dezelfde machine, zodat er zo min mogelijk over de bodem gereden hoeft te worden. We kiezen deels voor dezelfde groenbemestermix als vorig jaar en deels voor een bloemenmengsel voor de bijen. Een deel van het perceel laten we bewust onkruid staan, tussen mijn wilgeveld en naast de bijenkasten. Op deze manier kunnen we zien hoe dit zich ontwikkeld op kleine schaal en laten we dit voor wat het is.
Ze gaan komende dinsdag van start, oh wat spannend dit.

Anderhalve week later op 25-7-2025
En inmiddels zijn we alweer 2 weken verder nadat ik deze blog schreef, vandaar even een update. Alles is gemaaid op dag 1, het heeft een nachtje gelegen. Erna is het ligt door de grond gewerkt met de handfrees en erna is er met een de machine weer gezaaid. Nu na anderhalve week staat de groenbemester alweer boven en is alles alweer groen. Wel merken we dat het blad wat opkomt vooral hetzelfde is, wij gokken omdat de gele mosterd en bladrammenas al in zaad waren vooral deze plantjes opkomen in plaats van al het andere wat gezaaid is. Maar we gaan het zien, keep u posted.



